Biest is de allerbelangrijkste voeding in het leven van een big
Tip:
Let goed op dat alle biggen biest binnen krijgen.
Hoe meer biestopname in de eerste 24 uur des te hoger het speengewicht.
Bij de geboorte hebben biggen een zeer lage energievoorraad. Daarom is het van belang dat biggen zo snel mogelijk toegang hebben tot de uier om de biest op te nemen (bij voorkeur binnen 30 minuten) om te kunnen overleven. Biest, de melk die een zeug de eerste 45 uur na een worp produceert, bevat essentiële energie- en antistoffen die de biggen nodig hebben om de eerste dagen te kunnen overleven. De inname van biest moet binnen maximaal 12/36 uur gebeuren, omdat het darmstelsel alleen in deze tijdspan de afweerstoffen in biest kan doorlaten.
Een minimale opname van 180/250 gram biest/kg geboortegewicht is noodzakelijk. Bij een grote toom biggen bestaat het gevaar dat niet alle biggen aan deze minimale opname kunnen voldoen. Door het toepassen van 'split suckling' wordt de biest beter verdeeld. Bij 'split suckling' worden je biggen met een goede buikvulling apart gezet. Dit leidt tot een betere spreiding van de biestopname binnen een grote toom biggen.
Biest bevat onder andere:
- Afweerstoffen tegen ziektekiemen
- Vet als brandstof voor warmte
- Essentiele aminozuren voor groei
- Anti-infectiestoffen tegen darmontsteking
- Hormonen (insuline, cortisol, thyroxine) ter bevordering van de groei en verandering van de darmwand (waaronder het sluiten voor de grote moleculen)
- Groeifactoren ter stimulering van de darmgroei
- Opiumachtige eiwitten (opiumachtige stoffen in melk zorgen voor een kalmerend effect; de big word slaperig na het drinken. Bovendien heeft het een licht verslavend effect, waardoor de big verlangt naar meer melk)