De eerste dagen
Tip:
Zorg voor een warm nest en stimuleer de biestopname zoveel mogelijk
Biggen worden achter de zeug geboren in een relatief koude omgeving. Door de natte huid verliezen de biggen veel warmte. Er zijn weinig reserves in de vorm van vet en glycogeen. Daarnaast hebben biggen geen zogenoemd bruin vet zoals baby’s. De beschikbare reserves zijn hooguit voldoende voor één dag. Daarom moet de big zo snel mogelijk biest opnemen om de lichaamstemperatuur op peil te brengen én te houden. Biggen zijn de eerste dagen namelijk erg gevoelig voor temperatuur. De beste omgevingstemperatuur in de eerste levensweek is 32 tot 35˚C. Deze temperatuur voorkomt dat de grote energiebehoefte om warm te blijven ten koste gaat van de groei. Naast weinig lichaamsreserves hebben biggen bij hun geboorte geen afweerstoffen in het bloed. Ook voor de aanwezigheid van afweerstoffen zijn biggen afhankelijk van de biest.
